ja hartje

Veiligheid

Goede zorg is altijd maatwerk per individu. Om hierop in te spelen is het van belang in beeld te hebben hoe het met onze cliënten en met onze zorg gaat. Zo is er onder andere aandacht voor de basisindicatoren van IGJ en worden per bewoner minimaal twee keer per jaar risicosignaleringen uitgevoerd. Met de uitkomsten van beiden worden zowel op individueel niveau als organisatie breed plannen opgesteld en uitgevoerd, geëvalueerd, waar nodig weer bijgesteld en weer gemeten. Zo zijn we altijd bezig met leren en ontwikkelen.

Indicatoren

Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg bevat indicatoren die de basisveiligheid van zorg meten. De verplichte vragen zijn advanced care planning, medicatieveiligheid en aandacht voor eten en drinken, daarnaast zijn er twee vrije keuze onderdelen waarbij Joris Zorg gekozen heeft voor de omschrijving hoe we bezig zijn met vrijheidsbevordering, omdat dit een heel belangrijk onderwerp is waar hard aan gewerkt wordt (bijvoorbeeld de overgang naar het werken met slimme sensoren*) en het meten van decubitus. Voor het meten van decubitus is gekozen omdat we benieuwd waren of meten en checken in het zorgleefplan dezelfde uitslag zou geven. Dit bleek het geval. Bij de uitvraag van alle indicatoren zijn niet alleen de verplichte vragen gesteld maar hebben we ook wat toegevoegd, om er zoveel mogelijk uit te halen en van te kunnen leren. 
De uitkomsten van deze indicatoren leveren informatie op voor onze organisatie. Op basis hiervan kunnen wij leren en verbeteren om onze zorg zo veilig mogelijk te maken. Zorgmedewerkers moeten, samen met de arts, veiligheid van zorg voortdurend afwegen tegenover wat cliënten zelf kunnen en willen doen om zoveel mogelijk eigen regie te voeren. Hier is de tabel met Jorisbrede uitslagen en de uitleg weergegeven.

Hier zijn de opgevraagde indicatoren voor Joris Zorg algemeen en gespecificeerd naar locatie in te zien en te vergelijken met andere organisaties.

* Het doel van de inzet van de ‘slimme’ sensoren is maximale vrijheid, veiligheid en veilig voelen voor de bewoner bij zo adequaat en efficiënt mogelijke zorg. Daarnaast wordt de tijd, met name in de nacht, gebruikt voor de bewoner die het echt nodig heeft. De medewerker kan optimaal ingezet worden omdat die minder alarmeringen zal krijgen en een goede inschatting kan maken of actie nodig is. De belangrijkste meldingen krijgen prioriteit, hierdoor heb je adequaat toezicht met behulp van domotica.

Risicosignaleringen

Goede zorg is altijd maatwerk per individu. Het voorkomen van belangrijke zorgproblemen en de risico’s daarop wordt vastgelegd en gevolgd. Risico’s waarvoor minimaal twee keer per jaar per cliënt risicosignaleringen worden uitgevoerd zijn ondervoeding, huidletsel (hieronder valt ook decubitus), mondzorg, depressie, vallen, medicatiegebruik, incontinentie en wanneer van toepassing roken. Op het moment dat er uit de risicosignalering een verhoogd risico komt, wordt hierop een doel in het zorgleefplan geformuleerd waarop dan weer minimaal 2x per jaar geëvalueerd wordt.

Medicatieveiligheid

Joris Zorg werkt volgens de landelijke richtlijnen veilige principes in de medicatieketen.

Daarvoor zijn afspraken gemaakt met onder andere de apotheker en medisch behandelaren.
Over wie verantwoordelijk is voor de medicatiegift maken we individuele afspraken met de cliënt/verwant, waarbij we gebruik maken van de BEM-score. Deze afspraken komen in het zorgplan en worden minstens twee keer per jaar geëvalueerd. Wanneer dit mogelijk is, wordt afgesproken dat de cliënt de medicatie zelf beheert. Joris Zorg heeft veel aandacht voor veilig medicatiegebruik.

Mensen die zelfstandig wonen zijn doorgaans zelf verantwoordelijk voor het juiste gebruik van medicatie. Huisarts en apotheker letten erop dat de juiste medicatie wordt voorgeschreven en afgeleverd. Soms wordt afgesproken dat de wijkverpleegkundige de cliënt begeleidt bij medicatiegebruik, dat er een Medido wordt ingezet of dat de zorg, zorg draagt voor de juiste manier van toedienen. De zorgmedewerkers hebben altijd een signalerende rol.

Per 1 mei 2019 werkt Joris Zorg met een geneesmiddelencommissie, hierin zit een voorschrijvend behandelaar van Novicare, de regieapotheker, een regieverpleegkundige en de beleidsadviseur. In deze commissie worden lopende zaken besproken, komen knelpunten vanuit de locaties naar voren en is aandacht voor de medicatie gerelateerde MIC-meldingen; wat speelt er, wat wordt eraan gedaan, wat is het resultaat van de acties en moeten de plannen worden bijgesteld? Daarnaast hadden de locaties aandachtsfunctionarissen medicatie waar ook overleggen mee waren en die waren betrokken bij de medicatieaudits.

MIC en MIP

Joris Zorg heeft een MIC-commissie (meldingen incidenten cliënten). De MIC-commissie bestaat uit: verpleegkundig specialist, fysiotherapeut, regieverpleegkundige en een beleidsadviseur. Doelstelling van deze commissie is het analyseren van meldingen en deze vertalen naar adviezen en verbeterpunten in processen. Het gaat om het toetsen van de kwaliteit van zorg in de organisatie aan de hand van de analyse van de geregistreerde (bijna) incidenten en (bijna) fouten in de zorg waardoor vermijdbare oorzaken die tot fouten hebben geleid in de toekomst kunnen worden voorkomen. Op iedere locatie draagt de coördinerend verpleegkundige verantwoordelijkheid voor zorg en risicosignalering voor cliënten en houdt mede daardoor goed zicht op kwaliteit van zorg in het team. De coördinerend verpleegkundige is teamgericht verantwoordelijk voor de kwaliteit en veiligheid van zorg, bewaakt, signaleert, ondersteunt en adviseert het team daarbij en is het eerste aanspreekpunt voor het team. Zij maken (eventueel met een medewerker uit het team) aan de hand van de door de beleidsadviseur gemaakte kwartaalrapportages, analyses en adviezen (per team) een verbeterplan voor eigen team. De managers houden toezicht op de uitvoering hiervan.  

Daarnaast wordt gewerkt met MIP (meldingen incidenten personeel). Deze meldingen komen bij de teamleider, die de meldingen direct oppakt. De manager heeft een bewakende rol m.b.t. opvolgen van de meldingen en de arbo adviseur kijkt overstijgend of er op organisatieniveau onderwerpen opgepakt moeten worden. 

Onvrijwillige zorg

Vanaf 1 januari 2020 is de Wet zorg en dwang (Wzd) van toepassing. De Wet gaat over onvrijwillige zorg aan cliënten met o.a. een psychogeriatrische aandoening (ouderenzorg voor mensen met dementie). De kern van de wet is dat dwang- en vrijheidsbeperkende maatregelen oftewel onvrijwillige zorg niet thuishoren in de zorg voor mensen met een psychogeriatrische aandoening: ‘Dwang, alleen als het echt niet anders kan’. Ervaring met de doelgroep psychogeriatrische cliënten, maakt dat Joris Zorg denkt dat onvrijwillige zorg voor deze cliënten niet altijd te vermijden zal zijn. Daar waar dit wordt ingezet, gaan wij voor uiterste zorgvuldigheid en betrokkenheid van deskundigen op dit gebied. Ongewenste of gevaarlijke situaties (bijv. ernstig probleemgedrag) worden zoveel als mogelijk opgelost met vrijwillige zorg. Slechts als laatste redmiddel en onder bepaalde voorwaarden mag onvrijwillige zorg worden ingezet.

Om deze visie waar te kunnen maken, betrekt de behandelaar, bij noodzaak om vrijheidsbeperking toe te passen, altijd de wettelijk vertegenwoordiger van de cliënt als het gaat over de te kiezen aanpak en de evaluatie ervan. Samen wordt bekeken welk risico er speelt en wat er wel of niet aan kan worden gedaan. Zo is regelmatig aan de orde dat er een risico is van vallen als iemand rondloopt. Dat wil echter niet zeggen dat de cliënt dan gedwongen wordt om in zijn/haar stoel te blijven zitten.

In het kader van de Wzd zijn organisaties verplicht om halfjaarlijks een digitaal overzicht met een analyse van de toegepaste onvrijwillige zorg in te dienen bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).

Hier kunt u de analyse van de onvrijwillige zorg 2022 zien.

Psychofarmaca en omgaan met onbegrepen gedrag

Het gebruik van psychofarmaca, alle medicijnen die werken op de hersenen, in verpleeghuizen staat regelmatig in de belangstelling. Meestal wordt de suggestie gewekt dat alle psychofarmaca slecht zouden zijn of dat mensen daarmee rustig worden gehouden. Een onjuiste voorstelling van zaken.

Onze specialisten ouderengeneeskunde proberen zo min mogelijk medicijnen te gebruiken. Elk medicijn heeft immers weer bijwerkingen; bij ouderen is het risico op ongewenste effecten zelfs nog groter. Bij psychische problemen en/of gedragsproblematiek kijken de specialisten daarom altijd eerst naar andere mogelijkheden om de problemen multidisciplinair op te lossen. Soms is het gebruik van gerichte medicijnen de beste oplossing. Bijvoorbeeld als cliënten met psychische aandoeningen, zoals dementie, heel angstig zijn of er sprake is van complex gedrag.  Als medicatie ingezet wordt om gedrag te beïnvloeden valt dit onder onvrijwillige zorg (Wzd).

Joris Zorg kiest waar mogelijk voor kleinschalige leefvormen. Het kleinschalige karakter voorkomt onnodige onrust. In de zorg voor mensen met dementie proberen de medewerkers zich zo goed mogelijk te verplaatsen in de oudere cliënt. Veelal helpt dit om goed met psychische problemen of complex gedrag om te kunnen gaan. Een psycholoog van Novicare kan de verzorging hierbij ondersteunen, net als speciaal opgeleide medewerkers (ondersteuners probleemgedrag) en waar nodig het CCE (centrum consultatie en expertise). In een aantal gevallen is het gebruik van medicijnen toch de beste oplossing.

Het besluitvormingsproces van alle maatregelen, inclusief de overwogen alternatieven, wordt transparant en toetsbaar vastgelegd in het zorgleefplan, daarnaast wordt regelmatig geëvalueerd en is het doel altijd weer afbouwen wanneer mogelijk.

Wzd commissie 

De commissie bestaat uit: een Wzd arts, regieverpleegkundige, zorgadviseur en beleidsadviseur.

De Wzd commissie ontwikkelt het beleid, voert het uit, evalueert en past het indien nodig aan na wijzigingen van wet- en regelgeving. Tevens analyseert de commissie twee keer per jaar de inzet van onvrijwillige zorg en geeft advies n.a.v. de analyse en bepreekt dit advies met de Raad van Bestuur.

De verleende onvrijwillige zorg wordt structureel geregistreerd en er wordt jaarlijks een overzicht gestuurd aan de IGJ, samen met een analyse daarvan (geïntegreerd in het kwaliteitsvenster). Deze analyse moet worden ondertekend door de Raad van Bestuur.

Slimme sensoren

In 2022 heeft de implementatie van de slimme sensoren op de meeste locaties plaatsgevonden, de laatste locaties volgenden begin 2023. Dit is een systeem aan het plafond van de ruimte, waarbij je in goed overleg met bewoner/verwant kan instellen wanneer de zorg een melding op de telefoon krijgt (denk aan alleen bij vallen, of bij gaan zitten op de bedrand, lang uit de kamer zijn etc.). Het doel van de inzet van de ‘slimme’ sensoren is maximale vrijheid, veiligheid en veilig voelen voor de bewoner bij zo adequaat en efficiënt mogelijke zorg. Daarnaast wordt de tijd, met name in de nacht, gebruikt voor de bewoner die het echt nodig heeft. De medewerker kan optimaal ingezet worden omdat die minder alarmeringen zal krijgen en een goede inschatting kan maken of actie nodig is. De belangrijkste meldingen krijgen prioriteit, hierdoor heb je adequaat toezicht met behulp van domotica.

Algemene veiligheid

Onder algemene veiligheid vallen onderwerpen als brandveiligheid, het legionellabeheersplan, AVG en infectiepreventie.  Hier kunt u de uitwerking per onderwerp zien.
Daarnaast hebben we vanaf medio 2022 een zorgcontinuïteitsplan.